Pleidooi voor buitenbeentjes
![](https://static.wixstatic.com/media/f8a7a9_2c1173e13a0642a39cf95839463829f5~mv2.jpg/v1/fill/w_980,h_479,al_c,q_85,usm_0.66_1.00_0.01,enc_auto/f8a7a9_2c1173e13a0642a39cf95839463829f5~mv2.jpg)
Alsof je een andere taal spreekt, zo voelt het voor iemand die op het werk, tussen familieleden of tijdens een feestje geen aansluiting vindt. Wat kun je als buitenbeentje doen om toch een fijn leven te leiden?
Marlies Jansen interviewde mij voor een artikel over buitenbeentjes in Libelle nr. 37:
Buiten de boot vallen
Buitenbeentjes. Bij het woord denken we al snel aan excentrieke, zonderlinge figuren. Teruggetrokken of dromerige kindertjes met het spreekwoordelijke brilletje die buiten de boot vallen op school. Of aan gekke, kromme groenten die voor een habbekrats in het schap van de supermarkt liggen, aan ‘rare snijbonen’ waaraan iets mankeert.
Alle vormen en gradaties
De alledaagse werkelijkheid is gevarieerder. Buitenbeentjes zijn er in alle vormen en gradaties. ‘Er zijn mensen die door de groep of maatschappij waarin zij verkeren, als ‘raar’ of ‘anders’ worden bestempeld maar die zichzelf helemaal niet zo zien. Denk maar aan de mensen die in de volksmond ‘wappies’ werden genoemd omdat zij er andere gedachten over corona op na hielden en houden dan gangbaar werd geacht’, zegt psycholoog Nicole Honneff.
De plank mis slaan
En dan zijn er degenen die daadwerkelijk een buitenbeentje zijn, bijvoorbeeld omdat ze bepaalde sociale etiquette niet snappen en daardoor de plank nét mis slaan. ‘Dan hoor ik: ‘Mensen begrijpen me altijd verkeerd.’ of ‘Ze snappen mijn humor niet.’ zegt Honneff. ‘Deze worsteling zie je vaak bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis.’
Anders
Maar iemand kan ook binnen het gezin waarin hij of zij opgroeit ‘anders’ zijn. Bijvoorbeeld omdat hij of zij liever de hele dag met de neus in de boeken zit, terwijl de anderen elk vrij uurtje op het sportveld doorbrengen. ‘En als dat kind erg gevoelig is en zijn nuchtere ouders daar niet goed op kunnen afstemmen, kan het ook het idee krijgen dat het raar of anders is terwijl dat in feite niet zo is.’ Ook zijn er mensen die zichzelf er niet bij horen voelen, terwijl hun omgeving dat niet zo ziet. Honneff: ‘Dit zie je onder meer bij mensen die vroeger vaak zijn gepest. Omdat anderen hen om een - vaak niet logische - reden afwijkend vonden, zijn ze zelf gaan geloven dat dat zo is.’
Er niet bij horen
Zo kan het dat ook een prachtig, intelligent, grappig en volkomen gezond mens zich een buitenbeentje voelt of als zodanig wordt gezien. ‘En het gevoel er niet bij te horen kennen we op zekere hoogte allemaal.’ zegt psycholoog Dorien van der Meer. ‘Als je de enige vrijgezel in je vriendengroep bent bijvoorbeeld. Of de enige die niet van drinken houdt, terwijl de drank op je sportclub, het werk of het dorp waarin je woont rijkelijk vloeit op feestjes.’ De meeste mensen zitten daar niet mee, weet Van der Meer. ‘Maar er is een grote groep die er last van heeft. Als je je niet af en toe maar áltijd zo voelt, kost dat veel energie. Niet iedereen past moeiteloos in de mal die we met z’n allen hebben gecreëerd.’
Onzeker
Nanna is introvert en gevoelig – voor prikkels, sferen, voor de stemmingen van mensen. ‘Als kind dacht ik dat er iets mis was met mij. Leerkrachten en andere kinderen vonden mij dromerig, ik reageerde vaak langzamer dan klasgenoten. Maar ook nu op mijn werk kan ik er last van hebben als ik niet zo ad rem en snedig reageer als sommige collega’s. Dit maakt mij onzeker. Mijn voelsprieten zijn altijd naar buiten gericht, ik probeer me aan te passen. Dat is behoorlijk vermoeiend. En als ik grappig probeer te doen, komt het er vaak juist onhandig en stom uit.’
Van een andere planeet
Silvia herkent dat. Ze is psychiatrisch verpleegkundige en vrijwilliger in een asielzoekerscentrum, terwijl een aanzienlijk aantal familieleden in de financiële sector werkt. ‘Soms is het alsof ik van een andere planeet kom. Ik ben anders gekleed – minder zakelijk -, houd van kunst, stem links en heb veel compassie voor andere mensen. Als ik probeer uit te leggen dat sommige maatschappelijke problemen niet zo zwart-wit zijn als zij denken, is het: ‘Doe niet zo woke! Het is nu eenmaal zo dat buitenlanders meer problemen veroorzaken.’ Steeds vaker houd ik mijn mond. Het is alsof ik, en wat ik denk of voel, er niet toe doet voor mijn familie.’
Niet goed genoeg
Jo heeft weinig vaste relaties gehad en ‘kinderen zullen er op mijn 53e ook niet meer komen’, zegt ze. En dat is ook niet wat mensen ‘normaal’ vinden. Opmerkingen als ‘Hoe kan het dat jij nog geen leuke vent aan de haak hebt geslagen?’ of ‘Je zou een leuke moeder zijn geweest.’ kwamen altijd keihard binnen. ‘Het compliment dat er in verstopt zit hoorde ik niet. Ik dacht alleen maar: ik wil niets liever dan dat, waarom lukt mij dat niet? Waarom krijg ik niet voor elkaar wat anderen wél lukt? Elke afwijzing in de liefde was voor mij een bevestiging: zie je wel, ik ben niet goed genoeg.’
Er mee dealen
De (vermeende) buitenbeentjes hebben allerlei strategieën ontwikkeld om te dealen met het gevoel buiten de boot te vallen. Honneff: ‘Veel mensen passen zich aan, ze gaan pleasen of cijferen zichzelf weg om er maar bij te horen of gezien te worden. Ze lopen op de lange termijn het risico om angstklachten, een depressie of een burn-out te ontwikkelen. Want het is hard werken om steeds iets te doen wat niet bij je past, of waar je je niet echt goed bij voelt.’ De mensen die zich steeds meer terugtrekken, niet meer meedoen, zijn vatbaar voor eenzaamheid en depressieve klachten.
Overcompenseren
Honneff kent nog een manier van omgaan met het buitenbeentjesgevoel. ‘Je kunt ook juist besluiten: Dan ben ik maar anders, laat de rest maar stikken!’ Mensen die zo denken blazen zichzelf soms op. Ze krijgen dan een houding van ‘ik heb niemand nodig’ waarmee ze zelf de groep afwijzen. Ze gaan overcompenseren en anderen downsizen door tegen zichzelf te zeggen: ‘ik ben geweldig en zij zijn niks.’ Het tegenstrijdige: ‘Mensen die er op deze manieren mee omgaan, voelen of maken niet echt verbinding met anderen’, zegt Honneff. ‘En verbinding is de smeerolie van het leven. Het geeft energie en psychische voeding.’
Jezelf kwijt raken
Bovendien: de mens raakt óók het contact met zichzelf kwijt als die zich in bochten wringt om aansluiting te vinden. ‘Je richt je immers op anderen en dat gaat ten koste van jezelf. Er écht bij horen, gebeurt op het moment dat je jezelf kunt en mag zijn’, zegt psycholoog Van der Meer.
Selffulfilling prophecy
Jo ontdekte door therapie dat niet ánderen haar afwezen maar dat ze dat zelf deed. ‘Ik had het idee dat ik de liefde niet waard was omdat ik mezélf niet leuk en goed genoeg vond. Daardoor trok ik onbewust mannen aan die geen relatie wilden aangaan, wat weer bevestigde dat het waar was wat ik dacht. Het werd een selffulfilling prophecy. Die overtuiging heb ik nu kunnen loslaten. Nu kijk ik niet langer meer naar wat er niet ‘klopt’ aan mij. Ik ben wie ik ben en doe dingen op zijn Jo’s. Als er iets anders loopt dan verwacht, dan denk ik niet meer ‘muts, wat zullen anderen er van vinden!’ Wat anderen zeggen, betrek ik ook niet meer op mezelf. Het bijzondere: de opmerkingen die mij vroeger zo raakten, voelen nu als een compliment.’
Acceptatie
Van der Meer helpt mensen die zich een buitenbeentje voelen af van hun negatieve zelfbeeld en de daarmee gepaard gaande innerlijke criticus. ‘Ik help ze bijvoorbeeld eigenschappen benoemen die positief zijn. Ook maak ik portretten van ze, om ze anders, liefdevoller naar zichzelf te laten kijken. Eén vrouw was vroeger aangepraat dat ze een varkensneus had. Ze noemde zichzelf Miss Piggy. Ik maakte foto’s van haar en profil. Ze moest bijna huilen toen ze deze zag: ‘Dit ben ik echt. Ik heb helemaal geen rare neus.’
Zelfvertrouwen
‘Zelfacceptatie en meer zelfvertrouwen helpen om te kunnen zijn en uiten wie je bent. Dat is eerst spannend, en niet iedereen zal je keuzes begrijpen. Maar doen wat voor jou goed voelt levert zoveel op. Energie en nog meer zelfvertrouwen bijvoorbeeld, én dat je je gezien en gehoord voelt’, zegt Van der Meer.
Eigenheid
Helemaal mooi is het als je datgene wat je anders maakt, jouw eigenheid, weet om te buigen tot jouw kracht, zegt Van der Meer. Dat is iets wat Lizet is gelukt. Als puber voelde zij zich met haar 1.90 meter tussen jaar petite vriendinnen grof en lomp. ‘Door mijn lengte viel ik extra op. Als ik ergens binnenkwam waren alle ogen op mij gericht en maakte ik me liever zo klein mogelijk.’ Uitgaan en dansen durfde ze amper, ze was immers een kop groter dan de jongens, die hun groeispurt nog niet hadden gehad. ‘Het was een bevrijding toen ik voor mijn studie naar een andere stad verhuisde en ontdekte dat er meer lange vrouwen zijn. En dat veel mannen het juist prachtig vinden hielp ook mee mezelf in volle glorie te accepteren.’ Haar lengte ervaart ze tegenwoordig als voordeel. ‘Mensen onthouden daardoor wie ik ben. Ik trek gerust ook hakken aan. Soms zegt iemand: maar je bent al zo lang! Inderdaad, dus wat maken die paar extra centimeter nog uit? Hakken geven mij een sexy en krachtig gevoel. Waarom zou ik mezelf dat ontzeggen?’
De juiste vijver
De gevoelige Nanna voelt zich minder uitgesloten op het werk sinds ze een andere ‘stille HSP’er’ ofwel een hoog sensitief persoon, heeft gevonden op de afdeling, met wie ze tijdens de lunch wandelt. ‘Het scheelt zo om te weten dat ik niet de enige ben die zo in elkaar steekt. We begrijpen elkaar, ik voel me geaccepteerd en kan mezelf zijn.’ Psycholoog Honneff trekt de vergelijking met vissen in een vijver. ‘Voor een sensitief of leergierig kind dat opgroeit in een omgeving waar de heersende achtergrond ‘niet te veel nadenken’ is, kan een wereld opengaan als zij naar een toneelgroep gaat of later voor een bepaalde opleiding kiest: hé, hier denken of voelen ze ook zo! Opeens komt zo iemand in een vijver met vissen die het wél snappen. Dan merkt hij of zij dat hij geen buitenbeentje is maar een vis in de verkeerde vijver.’
Eindelijk normaal
Dit komt ook duidelijk naar voren in de populaire Netflix-serie Stranger things: een groepje wat ‘nerderige’ kinderen dat op school buiten de boot valt, vindt binnen de groep verbinding: bij elkaar voelen ze zich eindelijk volkomen normaal. Honneff vervolgt: ‘Tegen cliënten die zich een soort koekoeksjong voelen in het gezin waarin ze opgroeiden, zeg ik weleens: de ooievaar heeft jou gewoon op het verkeerde moment laten vallen. Je hebt niet altijd het geluk dat je op de juiste plek terecht komt, soms moet je hem zoeken. Waar pas je bij? Als je de juiste vijver vindt, kun je van een lelijk eendje uitgroeien tot een mooie zwaan.’
Comments